Verliefd
Door: Isabelle
Blijf op de hoogte en volg Isabelle
21 Juli 2010 | Nicaragua, Granada
De straten zijn nat, het heeft geregend, er hangt een vochtige warmte, 27 graden. Het is al donker. Buiten staat een gezette man met een bordje voor mij. We begroeten elkaar in het Spaans, ik leg hem uit dat mijn bagage nog niet aangekomen is en vraag hem om een adres en telefoonnummer. Terug naar binnen voor de laatste formaliteit. Donaldo noemt hij, de taxichauffeur, van de tekenfilm zegt hij grappend. Het is een vriendelijke man, hij helpt me zo goed als kan. We rijden van de parking af. De wereld gaat open. Ik voel me terug zoals die eerste keer in Malawi. Verliefd op het land. Alles zo prachtig, de geur van het de natuur na de regen. De mensen die wandelen op de straten, de huisjes langs de kant. Het lachen, de stemmen Het leven zoals het zou moeten zijn. Niet zoals bij ons, doodse straten, met gesloten gordijnen en rolluiken, korte knikjes en Belgische glimlachen. We praten Donaldo en ik. Hij vertelt dat ik vanaf nu een gringo genoemd zal worden, een rijke blanke. Hij vertelt over de mooie plekjes . Ik vermoed dat hij enkele vaste onderwerpen heeft waar over hj met iedereen praat. Hij werkt hard 24u op 24u als iemand hem belt, neemt hij de klus altijd aan. Hij vertelt over Masaya. Het stadje tussen Granada en Managua. Ik moet er zeker heen gaan, er is een grote mooie markt, en de sfeer is volgens hem gemoedelijk Ik stel veel vragen over On Stage, hij weet veel vertelt me over Onno en Tjitske, het gastgezin en Granada. Granada is mooi volgens hem maar er zijn veel gingo’s, hij verkiest zijn eigen dorp boven Granada. Soms is het stil. Ik weet niet waarom maar ik voel me wel thuis hier. Ik vraag Donaldo of ik een bericht mag sturen met zijn gsm, hij zegt dat hij krediet heeft en dat ik ook wel gewoon mag bellen. No problemo. Heel vriendelijk. Papa is blij met te horen, maar het is vroeg, hij sliep nog. Het is moeilijk om in twee tijden tegelijk te denken. Eindelijk komen we aan, ik vind het allemaal wezenloos, hier zo te zijn in een vreemd land met een vreemde taal en zo ver weg, zo laat in de avond. We kloppen aan bij het hek. Er komt een jongen aangelopen, die ons enthousiast begroet in het Spaans. Ola zeg ik. Hij praat verder, over wat dat weet ik niet. Dan is het deurgat al snel gevuld met nog meer mensen. Een vrouw, en nog een meisje. Ze begroeten met allemaal. Ik ben een beetje verlamd, en zeg veel ola en muy bien. De taxichauffeur neemt het woord over en licht Fatima, mijn gastvrouw kort in. Ik denk dat hij vertelt over de bagage. De jongen, Carlos, kijkt me aan en praat tegen me. Ik lach en knik. Het andere meisje neemt het over, en praat in het Engels tegen mij. Ik ben echt moe, maar moet natuurlijk eerst kennismaken. Fatima, is een kleine, lieve vrouw met een brede glimlach. We gaan naar binnen. Ik kijk wat rond, een mooi huis, gele muren, enkele zetels, twee televisies, een stereo, een eettafel. Fatima zegt dat ik haar moet volgen. Ze brengt me naar de kamer en zegt dat ik mijn spullen mag neerzetten. Achteraf is het allemaal logisch, maar toen begreep ik niets. Niet van de woorden, niet van de volgorde. In het midden van het huis is een gat, een soort binnenkoertje, rondom liggen alle kamers. Mijn kamer is achterin het huis. Ze is groot en leeg, er staat een groot twee persoonsbeden er is een lege kleerkast. Ik leg mijn spullen op bed en ga dan weer naar de woonkamer. Het andere meisje stelt zichzelf voor, Amy, ze praat Engels, gelukkig. Ze helpt een beetje vertalen. Ik krijg iets te eten en te drinken. Amy, is ook een studente, van Amerika. Ze praat Engels zoals in de films. Ik doe mijn best om ook zo te klinken. Het lukt niet zo goed. Carlos kruipt voor de televisie. Ondanks de vriendelijkheid vraagt het veel inspanning te luisteren, te glimlachen en te antwoorden. Ik wil slapen. Soy Cansada. Iedereen begrijpt het. De eerste nacht in Nicaragua, ik slaap als een roosje.